Standlichten geven de breedte aan voor een betere veiligheid
De standlichten zijn deze autolichten die het minst fel zijn en volgens de letter van de wet zijn ze aanwezig om de breedte van de wagen aan te duiden. Ze zullen altijd branden als je ofwel de dimlichten ofwel de grootlichten hebt ontstoken.
De minst felle schijners in wit, geel of rood
Meestal heb je aan de voorkant and achterkant van je wagen 1 of 2 standlichten met dat verschil dat ze vooraan wit of geel dienen te zijn en achteraan rood.
Tip: Verwar deze lichten zeker niet met de dimlichten! Let op de symbolen op je dashboard
De standlichten op je auto mogen altijd aan voor de beste veiligheid!
Zoals de dimlichten mogen de standlichten altijd branden, maar ze zijn verplicht te gebruiken als de zichtbaarheid minder is dan 200m en tussen zondondergang en zonsopkomst (gelijkaardig aan de dimlichten). Indien je stilstaat of parkeert langs de weg kan je ook de standlichten gebruiken zonder de dimlichten aan te steken, De functie van deze lichten tijdens het parkeren langs de berm is om de zichtbaarheid van je voertuig te verhogen voor de andere weggebruikers, net zoals het parkeerlicht.
Standlichten symbool op het dashboard

Ze worden aangeduid met twee groene lampjes die naar elkaar wijzen waaruit 3 “wijde” lichtstralen schijnen. De stralen zijn naar zo wijd gericht om te benadrukken dat ze de breedte van de wagen aanduiden. Het pictogram ziet er dus als volgt uit.